In de hartsoetra zegt Boeddha: “Vorm is leegte en leegte is vorm”. Een uitspraak van Tony Parsons met dezelfde strekking is: “Nothing being everything”. Deze paradoxen kunnen ook worden begrepen als ‘alles is energie’. Het woord ‘energie’ is hier synoniem aan het Chinese begrip qi.

Als we de wereld, de anderen, ons lichaam, onze gedachten en gevoelens ervaren zoals zij zijn, ontdaan van betekenissen en interpretaties, dan kunnen we ervaren dat alles inderdaad energie is, qi is. Ik, de waarnemer, het waargenomene en het waarnemen, zijn dan één. De sprankelende aanwezigheid van wat is, is dan louter energie: qi. Echter, ervaren we wat is als een verscheidenheid van dingen, dan zullen we qi eerder als een fenomeen ervaren.

In de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG) is qi een van de vijf basissubstanties. Dit zijn qi, jing: essentie, shen: geest, ziel, xue: bloed en jin ye: lichaamsvochten. Deze substanties worden tegelijkertijd ook beschouwd als manifestaties van qi. Kortom: afhankelijk van hoe we kijken is qi een fenomeen of is het alles wat is.

Het herkennen dat alles energie is, qi is, is het spirituele aspect van qigong; het ontwikkelen van qi voor  het verbeteren van de gezondheid, is het medische aspect.