Jubileum; 40 jaar taiji- en qigongbeoefening

Blog

Jubileum; 40 jaar taiji- en qigongbeoefening

29 december 2019

Door een vriendin kwam ik in contact met taiji en qigong. Mijn eerste leraar was Franklin Lafour, een toneeldocent in Maastricht. Na een aantal jaren stopte hij met het geven van deze lessen in Tilburg en vervolgde ik mijn lessen bij zijn leraar: Kwee Swan Hoo.

Mijn eerste leraren waren rolmodellen voor mij; zij waren veel aansprekender dan de meeste docenten van de kunstakademie waarvan ik tot kort daarvoor les had gehad. Deze leraren woekerden met hun talenten op een wijze die voor mij ongekend was. Zo gaf Kwee Swan Hoo op hoog niveau taijiles terwijl hij in het dagelijks leven werkzaam was als chemisch ingenieur en een studie acupunctuur in Engeland deed.

Na zo’n zeven jaar taiji en qigong training leerde ik Dr. Shen Hongxun kennen. Zijn benadering van deze oefenmethoden leek in alles anders te zijn dan wat ik tot dan toe had geleerd. Het wekken van spontane bewegingen, het gelijktijdig ontspannen van de spieren en vergroten van de gewrichtsruimten, het op de voorvoeten laten rusten van het lichaamsgewicht, dat alles was nieuw voor me.
Dr. Shen Hongxun beschikte over uitzonderlijke capaciteiten en kwam tot vernieuwende inzichten. Zo ontwikkelde hij de theorie van de ‘Dubbele Vicieuze Cirkel’. Hierin wordt onder andere een relatie gelegd tussen een slechte lichaamshouding en het ontstaan van ziekten. Dr. Shen Hongxun is ook de grondlegger van Taijiwuxigong, de qigongmethode die centraal staat in de qigonglessen die ik geef.
Bij Dr. Shen Hongxun en zijn dochter Shen Jin volgde ik – weliswaar met onderbrekingen – ongeveer twintig jaar les. Zoals veel leerlingen die intensief met Dr. Shen Hongxun samenwerkten, had ik ook nogal eens een conflict met hem.
Om mij volledig te kunnen wijden aan de beoefening van taiji, qigong en meditatie gaf ik mijn werk als beeldend kunstenaar op. In die tijd werd steeds duidelijker waar mijn bijzondere belangstelling in de taiji- en qigongbeoefening naar uitgaat: naar het ontwikkelen van qi (yuan qi) tot een intense kracht om die te kunnen toepassen voor het behandelen van mensen met gezondheidsklachten.

Ondanks de vele buqi-opleidingen die ik bij Dr. Shen Hongxun had gevolgd, bleek het behandelen met externe qi nog niet zo eenvoudig. Ik ontdekte dat ik goede behandelresultaten kon bereiken als ik beschikte over een zeer verfijnd diagnostisch vermogen, een sterke en stabiele vibratiekracht en deze kracht uiterst subtiel kon moduleren.

Met het behandelen van patiënten met externe qi help ik anderen maar kan ik ook mijn inzichten en vaardigheden in taiji- en qigong toetsen. Hierdoor heb ik hen op zeer betrouwbare wijze verder kunnen ontwikkelen.

Zoals iedere beginnende taiji- en qigongbeoefenaar begon ik met het nabootsen van de bewegingen die mijn leraar voordeed en het toepassen van de principes die aan de methoden ten grondslag liggen. Door overmatige spanning, een passief onderste dantian en geringe mentale kracht kon de qi aanvankelijk niet vrij in mijn lichaam circuleren. Toen gingen de fysieke bewegingen nog niet vergezeld van interne bewegingen. Die ontstonden pas toen de qi in mijn lichaam in kracht toenam en zich via spontane bewegingen een weg door mijn lichaam ging banen. De spontane bewegingen bevrijdden mijn lichaam van belastende factoren, verruimden de lichaamsstructuur en sterkten mijn lichaam. Na verloop van tijd namen de spontane bewegingen af en werd mijn lichaam rustiger. Uiterlijk werd het stiller maar de dynamiek in mijn lichaam nam toe.

In de loop van de tijd trad een verschuiving op van doener naar volger. In het begin construeerde ik de oefeningen om de qi in mijn lichaam aan te sporen. Dit veranderde pas toen de qi in kracht toenam. Het gekunstelde – zo kenmerkend voor de beginfase van de beoefening – verdween en maakte plaats voor natuurlijkheid, ongedwongenheid en spontaniteit. Zo kreeg de Dao geleidelijk aan steeds meer gestalte in mijn beoefening.

Mijn vibratiekracht ontwikkelde zich in samenhang met mentale kracht en het waarnemend vermogen. Door mijn bovenste dantian veelvuldig te gebruiken kon ik steeds helderder het interne milieu van de patiënt waarnemen en het effect dat mijn externe qi op de patiënt heeft.

In de taiji- en qigongbeoefening wordt een mentale voorstelling of focus gebruikt voor het mobiliseren van de qi die op zijn beurt weer het lichaam in beweging zet. De mentale inspanning die nodig is voor het creëren van een energetische gestalte, nam geleidelijk aan af terwijl die gestalten alsmaar krachtiger werden. Ook mijn vermogen om aandacht en mentale ontspanning op diepere niveaus te stabiliseren nam toe. Dit maakte het voor mij mogelijk patiënten ook op een diep, meer oorzakelijk niveau, te behandelen.

Ik verdiepte mij in de uiteenlopende tradities die de basis vormden van het onderricht van Dr. Shen Hongxun. Zo volgde ik in 1994 de Yuthog Nyingthig oefenpraktijk bij Trogawa Rinpoche. De ngöndro (oefenpraktijk) maakte me vertrouwd met de Tibetaans-Boeddhistische wortels van Dr. Shen Hongxuns’ methoden. Van de Yuthog Nyingthig beoefen ik nog altijd de Vajrasattva meditatie. Hierin wordt visualisatie gebruikt om de qi in het lichaam te laten expanderen en het te zuiveren van troebele factoren. De beelden die in deze meditatie worden opgeroepen, zijn in de loop van de tijd helderder en krachtiger geworden: de stralende Vajrasattva boven mijn hoofd, de volle maan waarop hij zit, de nectar die vanuit zijn lichaam mijn Middenvat instroomt, het licht dat zich in mijn lichaam verspreidt, de zwarte smurrie die mijn lichaam via de poriën verlaat, enz.
Vaak doe ik de Vajrasattva meditatie voor het op afstand behandelen van anderen.

d dezelfde tijd als waarin ik kennis maakte met taiji en qigong, leerde ik non-dualistische stromingen, zoals Advaita Vedanta, Dzokchen en het Daoïsme kennen. Vooral de eerste stroming had mijn bijzondere belangstelling. In deze van oorsprong Indiase traditie, staat zelfonderzoek centraal. De kernvraag in deze traditie is: “Wie ben ik?” Het is een vraag waarop geen antwoord komt maar als die levend wordt gehouden, kan een grenzeloze openheid worden ervaren waarin herkend kan worden dat we niet ons lichaam zijn, niet onze gedachten, niet onze emoties en zelfs niet de kenner van hen.

Een aantal jaren na een ontgoochelende ervaring met een Advaita leraar, ontmoette ik Tony Parsons. Hij nodigde niet uit tot zelfonderzoek. Zijn boodschap is heel eenvoudig en radicaal: “Er is niemand!” De realisatie van dit inzicht – dat niet door iemand kan worden gerealiseerd – lost de hele geconstrueerde werkelijkheid op in Dit Wat Is. Het is het ultieme medicijn dat een einde maakt aan verwarring en begoocheling; laat zien dat wat we realiteit noemen, is en niet is. In Boeddha’s woorden in de Hart Sutra: “Vorm is leegte en leegte is vorm” en in Tony Parsons’ Invitation to Awaken: “Eenheid drukt zich uit als tweeheid, Niets drukt zich uit als Alles.”

Zonder over non-dualiteit te spreken, geef ik hieraan uiting in de lessen die ik geef. In de lessen nodig ik uit tot openheid en helderheid en schep zo een klimaat waarin verwarring (over wie we wezenlijk zijn) en begoocheling (het vasthouden aan aannames en schijnzekerheden) spontaan kunnen oplossen.

Heb je behoefte met mij van gedachten te wisselen over je wezenlijke natuur, dan kun je hiervoor een individuele afspraak met mij maken.

Blog



Volg ons


Meld je aan voor de nieuwsbrief

* Verplicht veld